Door Areaal Advies
  • Artikel

Toerisme en recreatie in een opwarmend klimaat


Het klimaat verandert onvermijdelijk en dit heeft grote gevolgen voor toerisme en recreatie. Toch staat klimaatadaptatie bij veel bestemmingen nog maar weinig op de agenda. Hier begint echter verandering in te komen. Zo publiceerden NBTC, Wageningen Universiteit en CELTH onlangs de studie Bestendige Bestemmingen, waarin de risico’s van klimaatverandering voor enkele Nederlandse bestemming uiteen worden gezet.

De stijgende zomertemperaturen vormen een van de grootste uitdagingen. Hoewel warmer weer kansen kan bieden zoals een verlengd toeristisch seizoen, is extreme hitte steeds vaker een groot risico. Bij extreme temperaturen van 35 graden of hoger kan de gevoelstemperatuur in steden zelfs oplopen tot boven de 50 graden. Bij zulke temperaturen is een verblijf in de buitenruimte simpelweg niet meer aangenaam. Maar ook los van deze extremen neemt de warmte toe. Zelfs bij een bescheiden 25 graden kan de gevoelstemperatuur in stedelijke omgevingen al snel op lopen tot 35 graden. En deze dagen komen steeds vaker voor, inmiddels gemiddeld al 25 dagen per jaar.

Voor toeristische bestemmingen is het belangrijk om zich hierop aan te passen. Dit is niet alleen van belang voor de gezondheid van bezoekers, die vaak en veel buiten zijn op het heetste momenten van de dag, maar ook voor de economische vitaliteit. Zo neemt bijvoorbeeld de omzet van detailhandel af als er veel hittestress is. Daarnaast draagt een comfortabelere buitenruimte bij aan een positieve ervaring van zowel bezoekers als bewoners.

Aanpak van hittestress

Hoewel er nog relatief weinig ervaring in Nederland is met de aanpak van hitte, blijkt uit onderzoek dat vooral twee mechanismen hittestress effectief tegengaan: beschaduwing en verdamping. Hierbij is vooral de verlaging van de gevoelstemperatuur van belang.

De gevoelstemperatuur wordt door verschillende factoren beïnvloed, maar zonnestraling is hierbij de belangrijkste. Directe zonnestraling warmt het lichaam op, waardoor de gevoelstemperatuur een stuk hoger is dan de luchttemperatuur. Schaduw, dat de zonnestraling afvangt, is daarom de meest effectieve interventie: in de schaduw kan het tot wel 15 graden koeler aanvoelen dan in de volle zon.

Verdamping is een andere effectieve manier en verlaagt zowel de luchttemperatuur als de gevoelstemperatuur. Wanneer water verdampt uit vegetatie of waterlichamen, onttrekt dit warmte aan de lucht, waardoor deze afkoelt. Dit kan de luchttemperatuur op stadsniveau verlagen, al zal dit bij periodes van extreme hitte onvoldoende verlichting bieden. 10% meer groen lijdt tot ongeveer een temperatuurdaling van 0,5 graden. In de directe omgeving van groen is dit effect op lokaal niveau groter. Nog effectiever is verdamping van water op de huid, zoals door contact met water, wat de gevoelstemperatuur op een dag van 30 graden met wel 8 graden kan verlagen.

Praktische oplossingen voor hittebestendige bestemmingen

Lokale interventies zijn hierdoor het meest effectief om de gevoelstemperatuur te verlagen. Gericht ingrijpen op plekken waar hittestress het grootst is, kan de verblijfskwaliteit aanzienlijk verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door het toevoegen van schaduw, het creëren van koele plekken of bijvoorbeeld door waterelementen te maken:

  1. Schaduw toevoegen op drukke plekken. Schaduw is een van de meest effectieve manieren om de gevoelstemperatuur te verlagen. In de schaduw kan het 10 tot 15 graden koeler aanvoelen dan in de volle zon. Op drukbezochte plekken zoals pleinen en winkelstraten is er vaak te weinig natuurlijke schaduw, waardoor er juist een hele hoge gevoelstemperatuur is. De richtlijn, opgesteld door de HvA, is om voor deze belangrijke looproutes minstens 40% schaduw te realiseren. Bomen bieden hiervoor de beste oplossing, niet alleen vanwege schaduw, maar ook door de bredere klimaatregulerende werking. Waar bomen geen optie zijn, kunnen schaduwdoeken, pergola’s en overkappingen uitkomst bieden. In Zuid-Europese steden wordt dit al grootschalig toegepast, en sommige schaduwoplossingen, zoals ‘Pink Street’ in Lissabon, zijn zelfs toeristische trekpleisters op zichzelf geworden.
  1. Koele recreatieplekken ontwikkelen. Groenvoorzieningen zoals parken dragen bij aan temperatuurverlaging en bieden tegelijkertijd aangename verblijfsruimtes. Deze plekken trekken vooral op hete dagen bezoekers aan en vergroten daarmee de aantrekkelijkheid van een bestemming. Zwemlocaties zijn eveneens essentieel voor verkoeling, met name voor gezinnen met kinderen. De recent goedgekeurde zwemlocatie op het Marineterrein in de centrum van Amsterdam is daar een mooi voorbeeld van. Op warme dagen zijn hier zowel veel inwoners als bezoekers te vinden en daarmee biedt het een duidelijke meerwaarde voor de stad.
  2. Waterelementen in de stad. Water heeft een dubbel verkoelend effect: bij direct contact verlaagt het de lichaamstemperatuur én het zorgt voor verkoeling in de omgeving door verdamping. Speelfonteinen, vernevelingsinstallaties en zwemlocaties bieden niet alleen verkoeling maar zijn ook aantrekkelijke plekken om te bezoeken. Het mooiste voorbeeld hiervan is misschien wel de Miroir d’eau in Bordeaux, een waterspiegel met vernevelingsfunctie die is uitgegroeid tot een van de populairste plekken om te fotograferen in de stad. Wel is het heel belangrijk om rekening te houden met waterkwaliteit en gezondheidsrisico’s door bacterie-verspreiding bij het plaatsen van met name vernevelingsinstallaties.

Conclusie

Hitte vormt een steeds groter risico voor bestemmingen, maar gelukkig zijn er volop mogelijkheden om op een aantrekkelijke manier verkoeling te bieden. Voorbeelden uit andere landen tonen zelfs aan dat deze maatregelen de aantrekkelijkheid van een plek kunnen vergroten. Een win-win situatie dus. Het is daarom belangrijk om klimaatadaptatie niet als een last, maar als een kans te zien. Door nu maatregelen te nemen, blijven bestemmingen ook in de toekomst aantrekkelijk en leefbaar voor zowel bezoekers als bewoners. Bij Areaal Advies werken we hier al aan, onder andere binnen ons model Duurzame Bezoekerseconomie, waarbij we kijken naar gevoelstemperatuur, schaduw en verkoelingsplekken.