Door Areaal Advies
  • Duurzaamheid

De bottom-up aanleg van een warmtenet: hoe realistisch is het?

Een warmtenet waarbij het eigendom en de regie volledig in de handen van de gebruikers liggen: in Den Haag gebeurt het! In de Vruchtenbuurt hebben de bewoners de koppen bijeen gestoken en doen zij een poging de traditionele wijze waarop een warmtenet aangelegd wordt, uit te dagen. Maar hoe realistisch is dit nu eigenlijk? Zou een bottom-up aanleg van een warmtenet een oplossing zijn voor de frustraties en onzekerheden die momenteel spelen omtrent de monopoliepositie van warmtebedrijven? @Herbert van den Hardenberg dook in de ontwikkelingen omtrent het warmtenet in de Vruchtenbuurt.

Bijna alle gemeenten beschikken over een Transitievisie Warmte waarin de plannen voor de energietransitie en het traject om huishoudens van het gas af te krijgen gepresenteerd worden. Hierin worden ook de plannen omtrent het aanleggen van warmtenetten besproken. Met warmtenetten kunnen namelijk veel woningen tegelijkertijd van het gas af. Dit draagt bij aan de doelen van de overheid om de CO2-uitstoot te verminderen en de gebouwde omgeving klimaatneutraal te maken. Meestal worden warmtenetten aangelegd door energie- of warmtebedrijven en beheren zij deze vaak ook. Dit gaat in samenspraak met een gemeente of een woningcoöperatie. Deze veelvoorkomende structuur wordt gekenmerkt door een top-down benadering, waarbij warmtenetten in de meeste gevallen van bovenaf worden geïnitieerd. Maar kan dit ook anders? Kan dit ook bottom-up? In dit artikel wordt de opmerkelijke bottom-up benadering van het ‘Warm in de Wijk’-initiatief besproken.

De aanleg van een warmtenet is kostbaar en ingrijpend. Warmtenetten zijn voor een energiebedrijf pas winstgevend als er veel huishoudens aangesloten zijn. Dit betekent dat warmtenetten vooral in stedelijke gebieden aangelegd kunnen worden, waar veel huishoudens dicht op elkaar wonen. Hiernaast is het aanleggen van een warmtenet alles behalve eenvoudig. Er moet een onuitputtelijkebron van warmte gevonden worden, het liefst een lokale bron. Daarnaast moeten de bewoners betrokken worden bij het proces en vervolgens overtuigd worden om de stap te zetten tot een aansluiting op het net. Ten slotte geven de toekomstperspectieven omtrent het aanleggen en exploiteren van warmtenetten een onzeker beeld voor energiebedrijven. De stijgende rentes en materiaalkosten vermoeilijken het aanleggen van warmtenetten. Ook de komende nieuwe warmtewet baart energiebedrijven zorgen. De nieuwe wet, die de aanleg van warmtenetten eigenlijk zou moeten versnellen, lijkt een averechts effect te hebben. De nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening (WCW) van demissionair minister Jetten van Klimaat en Energie moet consumenten beter beschermen tegen het monopolie van commerciële bedrijven. Zo moeten volgens de wet alle warmtenetten na dertig jaar verplicht in publiek eigendom komen. De energie- en warmtebedrijven reageerden hier verontwaardigd op, en zijn bang dat de hoge investeringen in de warmtenetten zichzelf niet meer zouden terugverdienen. Uit protest hebben onder andere Eneco en Vattenfall de de aanleg van warmtenetten, én ook al hun toekomstige investeringen in nieuwe warmtenetten, stopgezet. Door deze kwesties lopen de plannen omtrent de warmtetransitie vertraging op dreigen ze minder succesvol en minder effectief te worden. Deze vertragingenzijn onder meer de aanleiding geweest voor het ontstaan van het ‘Warm in de Wijk’-initiatief in de Vruchtenbuurt, Den Haag.

Warm in de Wijk is een initiatief dat naar eigen zeggen is genomen door “drie gekkies die in hun huiskamer een wild idee hadden.” Voor deze drie gekkies, die ook zelf in de Haagse Vruchtenbuurt wonen, kan de ontwikkeling van een duurzaam alternatief voor gas om de woningen te verwarmen niet langer wachten. De standaard ontwikkelings- en exploitatiestructuur van het aanleggen van het warmtenet is traag en creëert een onwenselijke machtsverhouding (namelijk een monopoliepositie voor het betrokken energiebedrijf). Reden genoeg voor de initiatiefnemers om een coöperatie op te richten die de ontwikkeling en de exploitatie van het warmtenet in eigen handen neemt: Coöperatie Duurzame Vruchtenbuurt. De coöperatie neemt de rol van energieleverancier op zich. Via de coöperatie, waarvan bewoners zelf lid kunnen worden die zo invloed uit kunnen oefenen op de ontwikkelingen, voortgang en besluitvorming, komt het warmtenet indirect in eigendom van de bewoners. Hierdoor is er sprake van co-evolution, waarbij bewoners een sociale verbinding aangaan en werken aan een collectieve oplossing. De coöperatie hamert op het open karakter van het warmtenet, waarbij bewoners goed worden betrokken bij het proces via korte communicatielijnen en er geprobeerd wordt draagvlak te creëren en te behouden. Draagvlak is essentieel voor de coöperatie, omdat dit het succes van het project bepaalt.

Nadat de coöperatie was opgericht sloten zich al snel meer dan driehonderd leden aan. Bij de eerste draagvlakmeting in de buurt, waarbij bewoners een intentieverklaring ondertekenden, werd duidelijk dat meer dan zeshonderd potentiële huishoudens een aansluiting op het net wel zagen zitten. Deze resultaten leidden ertoe dat de coöperatie serieus werd genomen door overheden en ontwikkelaars, waardoor de coöperatie in aanmerking kwam voor subsidies en samenwerkingsovereenkomsten. De gemeente Den Haag bood een faciliterende rol aan en hielp de coöperatie bij het verkrijgen van een Europese ELENA-subsidie, waarmee het project een sterke impuls kreeg.

De aanleg van warmtenetten bij bottom-up initiatieven zoals in de Vruchtenbuurt gaat niet zonder slag of stoot en verschilt daarmee niet zoveel van top-down benaderingen. Met het terugtrekken van Dunea, die als partner verantwoordelijk was voor het beheer van de warmtebron, werd het succes van het project onzeker en moest de coöperatie een paar flinke stappen terug nemen. Hiernaast staat de betaalbaarheid van veel warmtenetten onder druk. De vaste lasten voor het beheren van warmtenetten bij energiebedrijven zijn flink gestegen. De coöperatie heeft daarin een zwakke positie: het heeft geen eigen kapitaal en is afhankelijk van externe financiers. Hoewel de gemeente subsidies beschikbaar heeft voor het project, heeft ze slechts een faciliterende rol en mist er structurele financiering. Om het succes van het project te waarborgen, zijn er voldoende menskracht en middelen nodig waarover de coöperatie tot dusver nog niet beschikt. Hiernaast wordt het initiatief hooguit zeer beperkt meegenomen in het gemeentelijk warmtebeleid. Heldere beleidskaders ontbreken en zijn niet eenduidig. Instrumenten om de positie van de coöperatie te versterken, zoals concessies en garanties, worden niet ingezet. De coöperatie zal een professionaliseringsstrategie op moeten stellen , waarbij er ook aan de eisen van de Autoriteit Consument & Markt moet voldoen. Ook kan de coöperatie ervoor kiezen om de regie te delegeren aan een andere (professionele) partij. De coöperatie behoudt dan een minderheidsaandeel, vertegenwoordigt de bewoners, en fungeert als klankbordgroep.

Bottom-up initiatieven, zoals het ‘Warm in de Wijk’-initiatief, lijken een veelbelovend alternatief voor de traditionele manier waarop warmtenetten worden ontwikkeld. Het is goed om tegenwicht te bieden tegen de trage ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie en de dreigende macht over basisbehoeften van buitenlandse commerciële energiebedrijven. De toekomst moet uitwijzen of de bottom-up initiatieven deze belofte ook echt waar kunnen maken. Het wordt spannend om te zien of de initiatieven zich kunnen professionaliseren, terwijl ze toch vasthouden aan hun waarden:  geen winstoogmerk en vóór de bewoners. Het is de vraag of er genoeg tijd, mankracht en middelen beschikbaar zullen komen. Lukt dat niet, dan blijven de bottom-up initiatieven toch als een schip dat recht op het strand af vaart waarbij het een kwestie van tijd is voordat het strandt.

De adviseurs van Areaal Advies zetten zich continu in voor de verduurzaming van gebieden. Wij verbinden stakeholders en creëren strategische visies met een realistisch uitvoeringsprogramma. Meer weten wat wij kunnen betekenen voor uw organisatie? Neem contact met ons op!