De detailhandel en de horeca is echt ons vak. Dus als er iets bijzonders gebeurt op dat gebied dan vinden we het leuk om dat zo snel mogelijk met eigen ogen te bekijken. Afgelopen vrijdag, één dag na de officiële opening bezochten we dus met het hele team Westfield Mall of the Netherlands, het voormalige winkelcentrum Leidsenhage in Leidschendam.
The Mall of the Netherlands is een echt winkelwalhalla: 280 winkels met in totaal 117.000 m² aan winkelvloeroppervlak is vergelijkbaar met Hoog Catharijne in Utrecht. Maar dan zonder Centraal Station er aan vast, grappen we wel eens, en dat is dan ook meteen één van de weinige minpunten. Hoewel, de helft van ons team kwam met het openbaar vervoer en ook die reis verliep erg voorspoedig.
Bezoekdoelen
Het is leuk om te zien dat veel van de trends en ontwikkelingen uit de hedendaagse retail in dit winkelcentrum zijn terug te vinden. Hoewel dit natuurlijk in de eerste plaats een ‘place to buy’ is, heeft Westfield-Unibail-Rodamco echt uitgepakt om het winkelcentrum ook een ‘place to be’ te laten zijn. Of, zoals wij het noemen, zijn best gedaan om meer bezoekdoelen aan de Mall toe te voegen. Dit zijn dan wel voornamelijk bezoekdoelen in het noordoostkwadrant van ons model: ze hebben vooral te maken met willen, niet met moeten, en zijn meer commercieel/materieel dan niet-commercieel-immaterieel. Maar toch: de bioscoop, de American sportsbar en de ‘instagram-experience’ zijn andersoortige bezoekdoelen dan de hardcore-winkeldoelen. Deze onderdelen zijn vanwege de coronamaatregelen nog niet open, maar bieden de shopper straks wel extra vermaak.
Acht facetten op orde
Als we de acht facetten uit ons Achtfacettenmodel even langslopen dan zien we in één oogopslag dat de 600 miljoen euro die in het gebied is geïnvesteerd is wel het één en ander heeft opgeleverd. Het aanbod is meer dan goed. Veel brandstores van bekende merken, maar ook showrooms van de hippe (electrische) automerken Polestar en MG. De Fresh Foodmarket, het gedeelte dat als eerste klaar was, lijkt het nog steeds goed te doen al is het wachten nog altijd op de patisserie van Heel-Holland-Bakt-coryfee Robèrt. Het ‘boutique-gedeelte’ The Gallery biedt net weer een ander aanbod en een andere sfeer.
We schreven al iets over de bereikbaarheid per openbaar vervoer; de autobereikbaarheid is behoorlijk goed, en er zijn 4.000 gratis parkeerplekken. Voor de bezoeker uit de regio zijn er overigens ook 1.500 fietsparkeerplekken. Over de fysieke omgeving kunnen we kort zijn: die is prachtig. Elke huurder heeft een speciaal ontworpen winkelpui waarmee een mooie ‘eenheid in verscheidenheid’ is ontstaan. Ook het ‘straatmeubilair’ ziet er mooi uit, al zijn alle bankjes nu nog afgeplakt.
Een afsluitbaar (en hagelnieuw) winkelcentrum als dit voelt ook veilig aan, en doordat er maar één eigenaar is hoeft er geen samenwerking voor een Keurmerk Veilig Ondernemen te worden opgetuigd. Veel bekende winkels zijn aanwezig, zowel landelijke als lokale ketens; kortom ook met het facet Veilig en vertrouwd zit het wel goed. Over beleving schreven we al iets. Vanwege de coronamaatregelen moeten we het doen met de beleving die aanbod, sfeer en aankleding bieden, maar The Mall of the Netherlands is nu al een unieke winkelbeleving te noemen. Het facet Imago is nu wat moeilijk te duiden omdat dit nog moet worden opgebouwd. Maar aan de aandacht die er is zowel in de landelijke pers als in de vakbladen, is af te leiden dat Westfield-Unibail-Rodamco hier actief op gaat sturen.
Het ondernemersklimaat is veelbelovend: als het inderdaad lukt om 14 miljoen bezoekers per jaar naar het centrum te trekken die – anders dan bijvoorbeeld in Hoog Catherijne – allemaal speciaal voor het winkelcentrum zijn gekomen, biedt dit grote kansen. Bijzonder is dat de verhuurder voor elke huurder een contract op maat maakt dat afwijkt van het standaard roz-model. Of dit bijdraagt aan het ondernemersklimaat of juist niet, is niet precies te zeggen.
Tot slot is de organisatie in een winkelcentrum met één eigenaar per definitie op orde. Het winkelcentrum wordt als één geheel gerund, waarmee samenwerking tussen de ondernemers onderling minder noodzakelijk is. Samenwerking met de gemeente Leidschendam-Voorburg zal ook op orde zijn, daarvoor is The Mall of the Netherlands ook voor de gemeente belangrijk genoeg, als voorziening, toeristische attractie maar ook bijvoorbeeld qua werkgelegenheid.
Conclusie
Of The Mall of the Netherlands een succes gaat worden valt niet goed te voorspellen. Economen, en ook ruimtelijk-economen zoals wij, kunnen altijd vrij goed recente en oudere ontwikkelingen duiden, maar een economische kristallen bol is er helaas niet. We zijn het wel over één ding eens: áls je een winkelcentrum van deze allure en ambitie ontwikkelt, dan moet je het doen zoals dit is gedaan. Of het publiek – in voldoende mate – zijn weg erheen gaat vinden is nog niet te zeggen, maar wij waren in elk geval onder de indruk. Hoe dan ook is The Mall of the Netherlands een dikke aanrader voor iedereen die het leuk vindt om in z’n vrije tijd te winkelen, al dan niet gecombineerd met bioscoop, horeca of ander vermaak. Gaat dat zien!
